Principes voor geluk in acquisitie
Deze informatie is ontleend aan het boek De Geluksfactor van Richard Wiseman.
Professor Wiseman is een onderzoeker wiens onderzoeken veelvuldig gepubliceerd zijn over de hele wereld in belangrijke wetenschappelijke tijdschriften en hij heeft de resultaten van zijn bevindingen tijdens vele nationale en internationale academische conferenties verwoord.
Hij heeft vele grootschalige experimenten ontworpen en geleid waarbij duizenden mensen waren betrokken voor de bevindingen in zijn boek. Daarnaast heeft hij interviews gehouden met honderden mensen die zichzelf uitzonderlijk vaak geluk vonden hebben of juist pech.
Zijn vier principes zijn uitstekend te gebruiken voor het acquireren van werk:
- Principe 1: Grijp je kansen en maximaliseer de mogelijkheden dat je geluk hebt.
- Principe 2: Luister naar je intuïtie en pas manieren toe om je intuïtie te versterken.
- Principe 3: Verwacht Geluk.
- Principe 4: Als je Pech hebt, maak er dan iets goeds van.
Principe 1. Mensen met geluk creëren kansen, zien kansen en gaan in op kansen.
Mensen die geluk hebben zijn extroverter, opener en relaxeter dan mensen die minder vaak geluk hebben.
Subprincipe 1.1
Mensen met geluk hebben een sterk netwerk van geluk en onderhouden dat goed.
Mensen met geluk maken vaak praatjes met onbekenden en hebben een open lichaamstaal en gezichtsuitdrukking. Omdat ze meer en meer verschillende mensen spreken vergroten ze zo de kans op een gelukkige ontmoeting. Hoe meer mensen zij spreken over hun werk, des te groter de kans om een nieuwe cliënt tegen te komen of een invloedrijke opdrachtgever. Gelukhebbers zijn in staat om langdurige effectieve en stevige banden op te bouwen met de mensen die ze ontmoeten. Veel mensen vinden hen aardig en ze zijn makkelijk om te leren kennen. Ze hebben de neiging anderen te vertrouwen en sluiten hechte vriendschappen met anderen. Ze hebben een groot netwerk van vrienden die hen helpen om kansen in hun leven te brengen.
Subprincipe 1.2
Gelukhebbers hebben een ontspannen houding tegenover het leven.
Omdat gelukhebbers ontspannen zijn in het leven, vallen hen meer dingen op die ze kunnen gebruiken in het leven. Voor de één is dat een interessant boek, voor de ander is dat een artikel in een tijdschrift, een derde vindt op internet precies de juiste informatie om aan meer werk te komen. Dit is gebaseerd op het idee dat hoe harder je je best doet om een bepaald iets te vinden, je minder opvalt wat buiten je zoekveld ligt. Hoe meer ontspannen en open je rondkijkt hoe meer dingen je opvallen die je misschien wel eens kunt gebruiken als kans voor werk.
Doe dat wat je plezier en energie geeft, dan sta je open en ben je plezierig voor mensen. Dan kun je makkelijk ingaan op kansen.
Subprincipe 1.3
Mensen met geluk staan open voor nieuwe ervaringen in hun leven.
Ze ontmoeten graag nieuwe mensen en doen daar moeite voor. Ze proberen verschillende hobby’s uit of zijn geïnteresseerd in uiteenlopende onderwerpen. De schrijver geeft een mooi voorbeeld door een experiment te beschrijven. Een persoon die zichzelf omschreef als extreem pechhebbend en ongelukkig (ze had een keer 8 ongelukken ondergaan in een stuk van 50 kilometer rijden) en een persoon die zichzelf omschreef als een geluksvogel kregen dezelfde opdracht: Om een stuk langs een weg te lopen en een café binnen te gaan en daar een kopje koffie te drinken. Langs de weg legden de onderzoekers elke keer een briefje van 100 pond. De pechvogel miste het geld en ging naast een belangrijke zakenman (medewerker van de onderzoekers) zitten, maar zei niets. De geluksvogel zag het geld en stak het in zijn zak, bestelde koffie in het café en ging naast de belangrijke zakenman zitten en knoopte een levendig gesprek met hem aan.
Veel geluksvogels geven aan dat zij mediteren of technieken gebruiken om zich te ontspannen. Ontspannings- en meditatietechnieken brengen je in een krachtige staat die goed is voor je lichaam, je geest en je geluk.
Principe 2: Luister naar je intuïtie en pas manieren toe om je intuïtie te versterken.
Subprincipe 2.1
Mensen met geluk luisteren naar hun ‘buikgevoel’ en innerlijke hints.
Uit onderzoek blijkt dat veel meer gelukkige dan ongelukkige mensen op hun intuïtie vertrouwen als ze belangrijke beslissingen nemen in hun leven. Ook pechvogels voelen waarschuwingssignalen om iets niet te doen of krijgen ingevingen om iets wel te doen, maar zij volgen ze veel minder vaak op dan geluksvogels. Eigenlijk komt het erop neer dat geluksvogels het vanzelfsprekend en belangrijk vinden dat ze gelukkig zijn en zij volgen dan hun gevoel daarin. Ze willen zich goed voelen en nemen op basis daarvan hun beslissingen: Voelt een beslissing goed of niet. Zij nemen zo hun gevoelens als innerlijke leidraad.
Subprincipe 2.2
Mensen met geluk steken er moeite in om hun intuïtie te versterken.
Dit doen zij door te mediteren, een probleem even te laten liggen en er later op terug te komen, hun hoofd even leeg te maken, of een rustige plek op te zoeken.
Deze dingen blijken zij (uit onderzoek) beduidend vaker te doen dan mensen met pech.
Principe 3: Verwacht Geluk
Mensen die vaak geluk hebben gaan ervan uit dat ze geluk zullen hebben. Uit onderzoek blijkt ook dat de dromen en ambities van mensen die vaak geluk hebben ook vaak werkelijkheid worden, terwijl pechvogels zelden krijgen wat ze willen.
Subprincipe 3.1
Geluksvogels verwachten dat hun geluk zich voort zal zetten in de toekomst.
Uit onderzoek blijkt dat geluksvogels vinden dat het erg waarschijnlijk is dat ze in het algemeen en op specifieke zaken positieve dingen zullen ervaren. Ze hadden verbazingwekkend hoge verwachtingen op elke mogelijke gebeurtenis die op een bepaalde vragenlijst stond. Kortom, ze waren ervan overtuigd dat de toekomst fantastisch zou zijn.
Pechvogels zijn er juist van overtuigd dat ze vaak pech zullen hebben in hun toekomst: zowel op relationeel gebied, als op gezondheidsgebied, als op het gebied van werk en nog meer.
Citaat van een geluksvogel: ‘Sommige mensen realiseren zich het niet als er iets gelukkigs gebeurt. Zij kijken uit het raam en zeggen: ‘O Jé, het regent vandaag.’, maar ik zie het regenen en denk: ‘Mooi, mijn bloemen zullen morgen gaan bloeien.’
Een belangrijke reden waarom geluksvogels en pechvogels zulke ongelooflijke verschillende verwachtingen hebben over de toekomst is dat geluksvogels ervan overtuigd zijn dat onvoorspelbare en oncontroleerbare gebeurtenissen positief voor ze zullen uitpakken. Pechvogels zijn overtuigd van het tegendeel: gebeurtenissen die ze wel en niet onder controle hebben zullen altijd tegen hen werken.
En wat als pechvogels gelukkige gebeurtenissen meemaken en geluksvogels ongelukkige gebeurtenissen? Dat moet hun verwachtingen over de toekomst toch minder extreem maken? Dit blijkt niet het geval te zijn. In plaats daarvan gebeurt er iets geks: Gelukkige mensen zien elke pech in hun leven als iets wat maar kort duurt. Zij schudden het van zich af en laten het niet van invloed zijn op hun verwachtingen van de toekomst. Een tegenvaller in de acquisitie houdt ze maar kort bezig. Pechvogels zijn ervan overtuigd dat geluk slechts kort zal duren en dat het al gauw weer gevolgd zal worden door een normale dosis pech.
De verwachtingen die geluksvogels hebben voor hun toekomst gaan werken als self-fulfilling prophecies (zichzelf waarmakende voorspellingen). Uit vele onderzoeken blijkt dat verwachtingen die mensen van zichzelf of anderen hebben sterk de neiging hebben zich waar te maken. Bijvoorbeeld onderzoek bij kinderen op school, waarbij tegen de leraren was gezegd dat bepaalde kinderen heel veelbelovend waren (dit was nergens op gebaseerd, de kinderen waren willekeurig gekozen). De kinderen bleken naar verloop van tijd te gaan uitblinken. Omdat de leraar ze meer vragen stelde, meer uitdagingen gaf, meer geduld met ze had en ze positief bevestigde.
Subprincipe 3.2
Geluksvogels proberen hun doelen te halen zelfs als hun kansen op succes klein lijken en ze houden vol ook al lijkt de kans op succes niet groot.
Citaat van een pechvogel: ‘Ik weet dat ik nooit een baan zal vinden en dus probeer ik ook niets meer. Ik heb het opgegeven om te zoeken naar een baan. Ik heb gewoon pech. Ik ben een pechvogel.’
Pechvogels blijken het vaker op te geven. Als ze gevraagd wordt naar de mogelijkheid een puzzel op te lossen (onderzoekssituatie) dan zeggen 60 % van de pechvogels dat de puzzel onmogelijk op te lossen is terwijl 30 % van de geluksvogels dit zeggen.
Zou het kunnen zijn dat geluksvogels zoveel verwachten van hun toekomst dat ze zichzelf overschatten? Het tegendeel blijkt. Geluksvogels hebben een positieve verwachting over de toekomst maar die verwachting zorgde er niet voor dat ze riskant gedrag gingen vertonen. In plaats daarvan waren ze erg gemotiveerd om controle over hun levens te nemen. Ze nemen maatregelen om mogelijke tegenslag op te vangen. Bijvoorbeeld door een jaarsalaris te sparen voor ze als zelfstandige van start gaan. Of door de riemen vast te maken bij het autorijden.
Subprincipe 3.3
Geluksvogels verwachten dat hun interacties met anderen geluk zullen opleveren en succesvol zullen zijn.
Eén geluksvogel maakte veel gebruik van ‘droomwensen’. Als hij iets wilde, dan droomde hij het zichzelf voor. Hij deed dat bij zijn werk in de verkoop en zijn verkoopcijfers stegen. Hij kreeg zoveel goede resultaten en hij is zo succesvol geweest dat hij beslist gelooft dat het droomwensen ermee te maken heeft.
Principe vier: Als je Pech hebt, maak er dan iets goeds van
Geluksvogels kunnen pech omzetten in iets goeds.
Subprincipe 1: Geluksvogels zien de positieve kant van pech.
Als geluksvogels een hypothetische situatie krijgen voorgelegd met veel pech en tegenslag, dan kijken ze consequent naar de positieve kant ervan. Ze stellen zich spontaan voor hoe dingen veel slechter hadden kunnen uitpakken. Dit zorgt ervoor dat ze zich beter voelen en helpt ze bij hun overtuiging dat ze gelukkige mensen zijn. Pechvogels zien juist niets dan ellende en wanhoop als ze zichzelf voorstellen in pechsituaties.
Geluksvogels hebben de neiging zichzelf te vergelijken met mensen die meer pech hebben in het leven dan zijzelf. Pechvogels vergelijken zichzelf steeds met mensen die het veel beter hebben in het leven en voelen zich daar ongelukkig onder.
Subprincipe 4.2.
Geluksvogels zijn ervan overtuigd dat pech op de lange termijn goed uit zal pakken.
Parabel: Er was een wijze boer die dit principe aanhing. Op een dag werd hij van zijn paard gegooid en brak zijn been. Zijn buurman kwam bij hem langs om met hem te klagen over zijn pech. Maar de boer zei: ‘Hoe weet je dat dit pech is?’. Er was de week erna een festival in het dorp, met feest en al. De buurman kwam weer langs bij de boer om hem te zeggen hoezeer het hem speet dat hij niet kon komen op het feest wegens zijn gebroken been. De boer zei: Hoe weet je dat dit pech is?’. Tijdens het feest brak er brand uit en een aantal mensen stierven daardoor. De buurman begreep toen dat de boer een geluksvogel was geweest.
De schrijver, die ook goochelaar geweest is, geeft een eigen voorbeeld van een nacht waarop zijn hele goochelaarsequipement werd gestolen terwijl hij de dag erna een voorstelling moest geven aan vakgenoten. De uitrusting was onvervangbaar. Hij besteedde de hele nacht aan het bedenken van nieuwe trucs en voerde die uit op de voorstelling voor vakgenoten. Enkele van die trucs maakten zeer veel indruk en hij kreeg er een prijs voor. Een geluk dat zijn uitrusting gestolen werd!
Subprincipe 4.3. Geluksvogels blijven niet lang stilstaan bij pech.
Geluksvogels blijven kort stilstaan bij pech en richten hun aandacht op de toekomst. Als ze niets kunnen doen aan pech richten ze hun energie er niet lang op.
Een geluksvogel verloor twee miljoen dollar. En bedacht eerst dat dit verschrikkelijk was. Maar uiteindelijk bleek het iets te zijn wat hij kon verdragen: het was niet het einde van de wereld. Het verlies van het geld hielp hem om te beseffen wat geld voor hem betekende. Namelijk dat zijn werk, zijn gezondheid; zijn familie en zijn vrouw nog belangrijker waren.
Uit onderzoek blijkt dat je gemoedstoestand in belangrijke mate bepaalt wat je je herinnert. Voel je je vrolijk dan herinner je je moeiteloos vrolijke dingen. Ben je somber, dan herinner je je verdrietige en sombere dingen. Dus als je als geluksvogel niet te lang stilstaat bij nare dingen in je leven kun je makkelijker je geluksvogelperspectief handhaven. Dit is een opwaartse spiraal. Herinneringen hebben effect op je gemoedstoestand en dit heeft weer effect op je herinneringen.
Pechvogels hebben veel vaker de neiging te vertrouwen op bijgeloof (ladders, geluksgetallen, aan liefdadigheid doen om je geluk te verdienen etc.). Geluksvogels hebben de neiging te vertrouwen op doorzetten, leren van ervaringen, zoeken naar nieuwe manieren van probleem oplossen (experts ondervragen en lateraal gaan denken).
Subprincipe 4.4.
Geluksvogels nemen maatregelen om meer pech in de toekomst te voorkomen.
Pechvogels vroegen zich niet af waarom zij niet meer succes hadden gehad in hun leven. Zij geven ook veel eerder op bij tegenslag en denken dat ze er niets aan kunnen doen. Geluksvogels proberen te leren van pech en doen daarna nog meer hun best. Zij komen met ongewone oplossingen en zijn creatiever.
Een geluksvogel: ‘als je bijvoorbeeld een baan hebt die je niet zint, kijk dan actief rond om van baan te veranderen. Als je je werk verandert in iets leukers, zul je je beter over jezelf voelen en dan verandert je geluk ook.’
Kortom, geluk is een manier van denken en doen. De schrijver heeft geprobeerd, met succes, om pechvogels de bovenstaande principes te leren, zodat ze meer succes zouden hebben. Dat werkte meestal goed en in sommige gevallen erg goed.
De schrijver heeft ook organisaties getraind in deze principes. Na afloop gaf 75 % van de deelnemers aan dat zij zagen dat hun organisatie meer geluk had. Dit was ook te zien aan de verkoopcijfers: 20 % stijging per maand gedurende enkele maanden!
Kijk op www.luckfactor.co.uk voor meer informatie, tests en experimenten over deze principes.